٦

En voor degenen die niet in hun Heer geloven, is er de bestraffing van de Hel. En dat is de slechtste plaats van bestemming!
٧
En wanneer zij daarin geworpen worden, dan horen zij een afschrikwekkend gebrul ervan, terwijl zij (de Hel) raast.
٨
Haast barst zij van woede. Telkens wanneer een groep erin wordt geworpen, vragen de wakers ervan hen: "Is er geen waarschuwer tot jullie gekomen?"
Notes placeholders